Griffith
Griffith Motors, Inc. was een Amerikaanse autofabrikant gevestigd in Hicksville, New York, van 1963 tot 1966.
Griffith Motors is opgericht door autodealer Jack Griffith uit New York City. Begin jaren zestig verkocht het bedrijf onder het merk TVR onder meer kleine Britse sportwagens, die in Blackpool werden vervaardigd door Grantura Engineering en in de fabriek waren uitgerust met viercilindermotoren van BMC, Coventry Climax of Ford of Britain. Gestimuleerd door het succes van de AC Cobra-sportwagen van vergelijkbare grootte, waarin Carroll Shelby een Britse AC Ace bouwde met een Amerikaanse achtcilinder Ford-motor ontwikkelde Griffith een soortgelijk ontworpen auto op basis van de TVR Grantura. De auto, die de Griffith 200 werd genoemd, was bedoeld om te concurreren met de AC Cobra op de Amerikaanse markt. De aansluiting op TVR duurde tot 1965. In de tweede helft van 1965 braken langeafstandsstakingen uit in de havenarbeiders aan de Amerikaanse oostkust, waardoor de scheepvaart tijdelijk stil kwam te liggen. De TVR-coupés die vanuit Blackpool in het VK naar de VS werden gestuurd, konden de havens niet verlaten, zodat Griffith Motors feitelijk geen voertuigen meer ontving. Hierdoor betaalde Griffith zijn Britse leveranciers niet meer uit, waardoor Grantura Engineering een centrale bron van inkomsten verloor. In september 1965 ging Grantura Engineering failliet en werd geliquideerd. Er waren toen ongeveer 250 voertuigen van het type Griffith 200 en zijn opvolger Griffith 400 gebouwd.
Na het faillissement van TVR nam de Italiaanse fabrikant Intermeccanica de rol van carrosserieleverancier voor Griffith over. Intermeccanica probeerde sinds 1963 met verschillende contractpartners de Apollo GT-sportwagen in de VS te verkopen, maar kwam nooit verder dan kleine hoeveelheden. Met het 600-model ontwierp Intermeccanica een nieuwe sportwagen voor Griffith die niets te maken had met de TVR-modellen of de Apollo GT. De samenwerking tussen Intermeccanica en Griffith was gericht op de productie van 1000 auto’s, maar er werden eigenlijk maar zes Griffith 600 gebouwd. Het faillissement van Griffith Motors maakte in 1966 een einde aan het project. Het project werd eerst overgedragen aan het bedrijf Suspensions International in North Carolina, dat de auto vanaf 1967 verkocht als de Omega GT. Ook deze versie was van korte duur. Vanaf 1968 bracht Intermeccanica de grotendeels ongewijzigde auto zelf op de markt onder de modelnamen Intermeccanica Torino en Italia.