Société Gobron-Brillié was een Franse autofabrikant.
Gustave Gobron en Eugène Brillié richtten het bedrijf in 1898 in Parijs op om auto’s te produceren. In 1900 verhuisde het bedrijf naar Boulogne-Billancourt. In 1903 verliet Eugène Brillié het bedrijf om auto’s te gaan produceren onder de naam Brillié in Le Havre. De bedrijfsnaam werd in eerste instantie behouden. De merknaam veranderde echter al in 1903 officieel in Gobron, hoewel het publiek dit lange tijd negeerde
De eerste modellen hadden een viertaktmotor met tegengestelde zuigers. Twee tegengestelde zuigers werkten in elke cilinder, de bovenste twee waren verbonden door een juk en werkten via lange drijfstangen op de krukas aan het andere uiteinde van de motor. Het wagentje uit 1899 is gebouwd op een stalen buisframe. Hij had een tweecilindermotor van 6 pk (bij 900 tpm) met tegenoverliggende zuigers die voor de achteras was gemonteerd en die door een versnellingsbak met drie versnellingen aangedreven werd. De inlaatkleppen werden automatisch aangestuurd, de uitlaatkleppen via de nokkenas en klepstoters. Een bijzonderheid was het ontwerp van de besturing, wat geleidelijk leidde tot een sterkere stuurhoek van de voorwielen naarmate het stuur werd gedraaid.
Vanaf 1900 bouwde Nagant het model in licentie.
Aanvankelijk werden de motoren in het midden van het voertuig of achterin gemonteerd. In 1901 werden modellen met de motor voorin toegevoegd, hoewel de krachtigere modellen een middenmotor bleven houden. In 1903 waren er alleen motoren voorin. Er verscheen een model met een viercilindermotor en een vermogen van 40 pk.
Na de verhuizing naar Parijs in 1900 verdubbelde de productie tot 150 voertuigen per jaar.
Een voertuig van dit merk is te zien in het Musée National de la Voiture du Tourisme in Compiègne.