Georges Irat, afkorting van Automobiles Georges Irat SA, was een Franse autofabrikant.
Georges Irat leidde sinds 1914 het bedrijf Automobiles Irat in Parijs, maar produceerde daar geen voertuigen. In 1921 richtte hij Automobiles Georges Irat op in Chatou en begon hij auto’s te produceren onder de merknaam Georges Irat. Tijdens de jaren 1920 bedroeg de jaarlijkse productie ongeveer 200 voertuigen. Het bedrijf was vanaf 1929 gevestigd in Neuilly-sur-Seine en vanaf 1935 in Levallois-Perret. De productie eindigde in 1949. Georges Irat bediende toen de Société Chérifienne George Iratin Casablanca.
Van 1948 tot 1949 was er het aparte bedrijf Irat et Cie in Bègles -Tartifumes voor de productie van bedrijfsvoertuigen.
Het eerste Type 4A-model had een eigen viercilindermotor. Een boring van 69,8 mm en een slag van 130 mm gaven een cilinderinhoud van 1988 cm³, een belastingtarief van 11 pk en 40 pk. De wielbasis was 300 cm of 320 cm, de spoorbreedte was 130 cm.
In 1927 werd de Type 6 A toegevoegd. Zijn zescilindermotor had dezelfde afmetingen als het eerder genoemde model. Dit resulteerde in een cilinderinhoud van 2980 cc, 15 pk en 80 pk.
Vanaf 1929 werden er Lycoming zescilinder- en achtcilindermotoren gebruikt.
In 1935 kwamen daar modellen met voorwielaandrijving bij, ze hadden Ruby viercilindermotoren. Genoemd zijn Type M met 57 × 93,5 mm, 954 cc cilinderinhoud, 5 pk en 26 pk, Type DS met 60 × 97 mm, 1097 cm³ cilinderinhoud, 6 CV en 33 PK en Type DU met 61 × 92 mm, 1078 cm³ cilinderinhoud, 6 CV en 37 PK.
In 1939 verscheen een ander model met de motor uit de Citroën Traction Avant 11 CV met een inhoud van 1911 cc. Voor hem worden 78 mm boring, 100 mm slag, 11 CV en 56 pk genoemd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden sommige voertuigen uitgerust met elektromotoren. Ze waren ook verkrijgbaar als bedrijfswagen. Genoemd wordt een motor van 3 pk achterin, accu’s onder een motorkap, een topsnelheid van 32 km/u en een actieradius van 96 km.
In 1946 en 1949 verschenen voertuigen met een viercilinder boxermotor met een cilinderinhoud van 1100 cc en een lichtmetalen carrosserie als prototypes, maar deze werden niet meer in serieproductie genomen.
Een voertuig van dit merk werd tentoongesteld in het Motor Technica Museum Bad Oeynhausen in Bad Oeynhausen.
Een team van Georges Irat nam deel aan de openingsrace van de 24 uur van Le Mans in 1923. Maurice Cappé en Jean Douarinou eindigden als 16e algemeen in een Georges Irat 4/A3. Georges Irat-voertuigen deden tot 1926 mee aan deze langeafstandsrace.
Georges Irat Modellen