Gautier-Wehrlé
Gautier-Wehrlé was een Franse fabrikant van auto’s en bedrijfsvoertuigen.
De heren Rossel (mogelijk Édouard Rossel, die later Rossel oprichtte), Charles Gautier en Wehrlé richtten in 1894 het bedrijf Rossel, Gautier et Wehrlé op in Parijs voor de productie van auto’s. De merknaam was Gautier-Wehrlé. In 1897 werd de naam gewijzigd in Société Continentale d’Automobiles. De productie eindigde in 1900. Charles Gautier richtte later Gautier et Cie op.
De eerste stoomwagens werden geproduceerd. In 1897 stopte de productie van stoomwagens.
Charles Gautier nam deel aan de eerste autoraces in 1894 Parijs-Rouen en in 1895 Parijs-Bordeaux-Parijs met auto’s met benzinemotor.
1896 werd opgevolgd door het zeer vernieuwende model Mignonnette met een centraal geplaatste tweecilinder benzinemotor, drieversnellingsbak, cardanaandrijving en een gelede achteras. Ook de fabricage van een bestelauto wordt dit jaar voor het eerst genoemd. Het was een uitvoering met een tweecilinder boxermotor. In 1897 werd overgeschakeld op motoren voorin.
In 1897 ontving Édouard Rossel een patent voor zijn chassis en transmissiesysteem, dat werd gecombineerd met aangekochte motoren. De carrosserie had de Vis-à-vis vorm.
In 1898 bestond het assortiment uit meerdere eencilindermodellen van de 5 CV Mignonette tot de 12 CV en een model met een tweecilindermotor, die waarschijnlijk ook de basis was van een lichte bus. Gemotoriseerde tweewielers en driewielers (bicyclettes en triporteurs) werden ook aangeboden. Die ook als bouwpakket voor het ombouwen van een twee- naar een driewieler, alsmede van een eenzitter naar een tweezitter driewieler.
In 1898 werd ook een Dog-cart électrique met een elektromotor gemaakt.
Linon uit België maakte enkele modellen onder licentie.