Galloway was een Britse autofabrikant.
Galloway Motors Limited werd in 1921 opgericht door Arrol-Johnston in Tongland, Schotland om auto’s te produceren. Het bedrijf was zeer ongebruikelijk in de autowereld, aangezien het grotendeels werd gerund en bemand door vrouwen. De fabriek was oorspronkelijk gebouwd als fabriek voor vliegtuigmotoren in oorlogstijd en Thomas Pullinger, de manager van Arrol-Johnston, werd opgevolgd door zijn dochter Dorothée Pullinger, die werd overgehaald om de fabriek open te houden om lokale banen te creëren. Ze werd benoemd tot directeur van het nieuwe bedrijf en zette training en stageplaatsen op speciaal voor lokale vrouwen. De opleiding zou drie jaar moeten duren in plaats van de gebruikelijke vijf jaar, omdat werd aangenomen dat meisjes attenter zijn en sneller leren dan jongens.
In 1923 verhuisde het bedrijf naar Heathhall bij Dumfries. De productie eindigde in 1928.
Het eerste model was de 10/20 HP. Aanvankelijk was hij uitgerust met een viercilindermotor met een inhoud van 1460 cc en 20 pk. Tussen 1923 en 1925 was de cilinderinhoud 1528 cm³. Het 12/20 HP model volgde in 1924 met een cilinderinhoud van 1669 cm³, die in 1927 werd vervangen door de 12/30 HP met dezelfde motor.
Voertuigen van dit merk zijn te zien in het Museum of Transport in Glasgow en in het Seppenbauer Automuseum in Sankt Salvator.