Fuldamobil was een Duits automerk. De fabrikant was Elektromaschinenbau Fulda GmbH (eigenaar: Karl Schmitt). De journalist Norbert Stevenson kan worden beschouwd als de uitvinder en ontwerper.
De voertuigen waren – volgens een latere definitie – kleine auto’s met aanvankelijk drie, later vier wielen. In de loop van de productieperiode werden er verschillende benzinemotoren gebruikt, die tussen de 6,5 en 10,2 pk leverden. Aanvankelijk was de carrosserie gemaakt van multiplex met een bekleding van kunstleer. Vanaf 1952 werd een hoekige, met aluminium beklede carrosserie gebruikt. Dit resulteerde in de bijnaam “Silberfloh“. Een jaar later was er een zwaar afgerond paneel dat in de volksmond spottend een “Cellokasten” werd genoemd. Vanaf 1957 gebruikte de fabrikant kunststof in plaats van aluminium. De Fuldamobil was een van de eerste auto’s met een negatieve schrobstraal.
Van 1951 tot 1969 werden in totaal ongeveer 2900 voertuigen gebouwd. Een andere bron haalt de jaarlijkse registratiecijfers in Duitsland voor de begindagen aan. In 1951 waren er 63 voertuigen en in de drie daaropvolgende jaren 104, 197 en 327. De cijfers van de Fuldamobil NWF 200, geproduceerd onder licentie in Wilhelmshaven, zijn niet inbegrepen.
De Fuldamobil werd ook onder licentie vervaardigd door andere fabrikanten, waarvan sommige in het buitenland. De firma Nordwestdeutscher Fahrzeugbau (NWF) bouwde de Fuldamobil van 1954 tot 1955 in een aantal van 701 voertuigen in Lohne (Oldenburg). Tussen 1955 en 1957 werd de Bambino in Nederland vervaardigd. Fram-King uit Zweden produceerde 411 exemplaren tussen 1956 en 1962. In het VK werd het geproduceerd door Nobel tussen 1959 en 1961. In Griekenland was er de Alta en de Attica. Verder vonden er constructies onder licentie plaats in Argentinië als Bambi, in Chili als Nobel Chile, mogelijk in Rhodesië als Fuldamobil RSR en mogelijk in India als Hans Vahaar.