Enfield-Allday (1923), voorheen Enfield- Allday Motors, was een Britse autofabrikant.
Alldays & Onions was een groep gevestigd in Birmingham. Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog vervaardigde het Alldays-voertuigen en, met de overname van Enfield Autocar, Enfield-voertuigen. In november 1918 werd Enfield-Allday Motors opgericht voor de auto-industrie. De zetel was ook in Birmingham. In 1919 begon de productie van auto’s. De merknaam was Enfield-Allday.
In april 1923 werd het geliquideerd en gereorganiseerd als Enfield-Allday (1923). Tegen die tijd waren er ongeveer 100 voertuigen verkocht. De productie eindigde in 1924. De Enfield Cycle Company kocht de naamgevingsrechten op de merknaam Enfield na de definitieve liquidatie.
In 1919 verscheen de Enfield-Allday 10 HP. Het bijzondere voertuig werd aangedreven door een luchtgekoelde vijfcilinder stermotor met klepbediening, die een cilinderinhoud had van 1,5 liter. De verkoop verliep echter moeizaam.
Het volgende jaar werd deze auto vervangen door een veel conventioneler voertuig, de Enfield-Allday 10/20 HP, waarvan de watergekoelde viercilinder lijnmotor ook een cilinderinhoud had van 1,5 liter en 28 pk (21 kW) ontwikkelde bij 3000 tpm. De wielbasis van de auto was 2743 mm.
In 1923 kreeg hij gezelschap van de grotere Enfield-Allday 12/30 HP, die een grotere viercilindermotor van 1,75 liter had. De wielbasis bedroeg 2896 mm. Het werd aangeboden tot 1924.
Er werd slechts één vrachtwagen aangeboden. Het had een viercilinder motor met een cilinderinhoud van 4,4 liter en 25 pk. Het motorvermogen werd via een versnellingsbak met drie versnellingen en een ketting op de achteras overgebracht. Het laadvermogen bedroeg 2 ton. De bouwperiode was van 1920 tot 1923. De verkoop bleef laag.