Embo
Embo SpA in Caramagna Piemonte is een toeleverancier aan de Europese auto-industrie en maakte vroeger voertuigen onder zijn eigen merknaam.
Het bedrijf werd in 1970 opgericht als schadeherstelbedrijf. Tot de jaren tachtig produceerde het carrosserieën voor kleine Europese autofabrikanten. Sommige waren slechts carrosserieën, sommige voertuigen waren (bijna) volledig gemonteerd.
Embo werkte lange tijd voor De Tomaso en Maserati. Embo’s producten waren onder meer de De Tomaso Pantera. Tussen 1979 en 1990 werden in totaal 463 Pantera’s van de eerste serie gemaakt en van 1990 tot 1993 nog eens 41 exemplaren van de tweede serie, evenals de De Tomaso Longchamp en de grotendeels identieke Maserati Kyalami. Ook De Tomaso Deauville, inclusief een stationwagenversie genaamd de Giardinetta, die in 1985 als eenmalig exemplaar werd samengesteld voor de vrouw van Alejandro de Tomaso, Elisabeth Heskell, uit enkele van de laatste Deauville-onderdelen.
In 1982 presenteerde Embo op eigen initiatief een cabrioletversie van de net gepresenteerde Maserati Biturbo. De cabriolet was gebaseerd op het onverkorte biturbo-chassis en had een relatief omvangrijke softtop. Deze versie is nooit in massa geproduceerd. In plaats daarvan koos Maserati-eigenaar Alejandro de Tomaso voor een Spyder-versie uit de Milanese ateliers van Zagato, die rustte op een verkort chassis. Zagato zou tot 1996 alle Biturbo Spyders maken.
Daarnaast produceerde Embo nog een aantal andere one-offs zoals een cabrioletversie van de Innocenti Mini of een herziene Renault 5.
De samenwerking met de Zwitserse autofabrikant Monteverdi is van bijzonder belang. In de jaren zeventig liet Monteverdi de overgrote meerderheid van de carrosserieën van zijn sportwagens bouwen in Carrozzeria Fissore in Savigliano bij Milaan. In andere werkplaatsen werden echter ook individuele carrosserieën vervaardigd, mogelijk om capaciteitsredenen. Embo produceerde ten minste vier 375/L coupés en twee 375/4 sedans (een onofficiële productiestatistiek van Monteverdi circuleerde in 2007 op een website, waarin de fabrikant ten onrechte BOEM werd genoemd).
Nadat in de jaren ’80 de markt voor kleine series voertuigen verslechterde, verlegde Embo haar werkterrein naar de toelevering van plaatwerkonderdelen voor diverse automobielen. Bij Embo worden inmiddels in grote aantallen carrosseriedelen vervaardigd voor een aantal Europese fabrikanten, met name voor de onderdelenbranche.
Vanaf 1978 produceerde Embo een terreinwagen met vierwielaandrijving en een korte wielbasis op basis van de Fiat Campagnola. De lengte van het voertuig bedroeg 3100 mm. Voor de aandrijving waren drie verschillende Fiat-motoren beschikbaar. Dit waren benzinemotoren met een cilinderinhoud van 2000 cc en ofwel 80 pk ofwel 110 pk en een dieselmotor met een cilinderinhoud van 2500 cc en 72 pk. In 1980 vond een optische revisie plaats. Het model kreeg nu de naam Mega. De productie eindigde in 1982.
Embo Modellen