Elgin Motors Inc., voorheen Elgin Motor Car Corporation, was een Amerikaanse autofabrikant.
Enkele leden van de Elgin-familie richtten in 1916 de Elgin Motor Car Corporation op. De zetel was aanvankelijk in Argo, Illinois. Ze namen de New Era Motor Car Company van Joliet over en verhuisden alles van hun fabriek naar hun Argo-fabriek. De productie van auto’s begon, op de markt gebracht als de Elgin. Tussen medio 1917 en november 1918 werden ook bedrijfsvoertuigen voor het Amerikaanse leger geproduceerd.
In 1923 werd het bedrijf omgedoopt tot Elgin Motors Inc. en verhuisde het naar Indianapolis, Indiana. President was nu J.H. McDuffee, die eerder bij Willys-Overland had gewerkt. De productie eindigde in 1924. In juni 1924 ging het bedrijf failliet.
Er was geen verband met de Elgin Sewing Machine and Bicycle Company, die een paar jaar eerder ook voertuigen met het merk Elgin had gemaakt.
Alle voertuigen hadden een zescilindermotor met OHV-kleptiming van Falls Motor Corporation.
In 1916 kreeg het model de naam 21 HP. De wielbasis bedroeg 290 cm. De keuzes waren toerwagens en roadsters.
In 1917 werd de wielbasis verlengd tot 295 cm. De touringcar had zes zitplaatsen en de roadster had er vier.
In 1918 kwam de Serie F op de markt. De motor werd gespecificeerd als 21,6 pk. Het chassis had een wielbasis van 297 cm. De toerwagen met vijf zitplaatsen en de roadster met vier zitplaatsen kregen gezelschap van een sedan met vijf zitplaatsen.
In 1919 kwam de Serie H in het assortiment. De motor werd gespecificeerd als 23,44 pk. De wielbasis werd opnieuw verlengd met 3 cm tot 300 cm. De touringcar met vijf zitplaatsen bleef behouden. Er was ook een militaire verkenner met vier zitplaatsen en een cabriolet.
In 1920 werd het de Serie K. De motor werd nu gespecificeerd met 37 PK. De wielbasis bleef ongewijzigd. Je kon kiezen tussen een vijfzits touringcar, een vierzits Victoria Scout en een vijfzits sedan.
In 1921 was de enige verandering dat er een coupé met vier zitplaatsen beschikbaar kwam.
In 1922 was er de Serie K-1, nu weer met 27 PK. De roadster met twee stoelen, de scout en coupé met elk vier stoelen en de sedan en touringcar met elk vijf stoelen waren gebaseerd op dezelfde wielbasis.
Voor 1923 is geen modelaanduiding bewaard gebleven. De motor werd opnieuw gespecificeerd met 37 PK. De wielbasis en bovenbouw bleven ongewijzigd.
In 1924 had de motor een vermogen van 46 pk. De sedan bleef ruimte bieden aan vijf personen. De coupé had drie zitplaatsen. Een vierzits Sportsman was nieuw.
In totaal zijn er 16.784 voertuigen gebouwd. De beste verkoopjaren waren vlak na de Eerste Wereldoorlog.