Climber
New Climber Company, voorheen Climber Motor Corporation, was een Amerikaanse fabrikant van motorvoertuigen.
William Drake, David Hopson en Clarence Roth richtten begin 1919 de Climber Motor Corporation op. De zetel was in Little Rock, Arkansas. George Schoeneck was de hoofdingenieur. Ze begonnen met de productie van personenauto’s en bedrijfswagens. De merknaam was Climber. De afzetmarkt was voornamelijk in Arkansas, Mississippi, Oklahoma en Tennessee. Er waren plannen om in totaal 3.000 voertuigen per jaar te produceren. Dit aantal werd nog lang niet bereikt. Bestelde onderdelen werden te laat geleverd. Het bedrijf vervaardigde vervolgens verschillende onderdelen zelf. Drake en Hopson verlieten het bedrijf in oktober 1919. Medio 1923 ontstonden ernstige financiële problemen.
In juni 1924 namen John W. Dickerson en R.L. Saxon het bedrijf over en noemden het de New Climber Company. Ze maakten een aantal voertuigen van bestaande onderdelen. De productie eindigde in december 1924. In totaal werden ongeveer 300 voertuigen gebouwd.
De motoren kwamen van Herschell-Spillman.
Van 1919 tot 1922 waren er twee verschillende modellen. Het Model K had een viercilindermotor met 35 pk. De wielbasis bedroeg 295 cm. Er waren zowel een tweezits roadster als vijfzits toerwagens en limousines beschikbaar. De Model S had een zescilindermotor die 57 pk ontwikkelde. Het chassis had een wielbasis van 320 cm. De structuren verschilden niet.
Van 1923 tot 1924 was er alleen de Zes. Zijn zescilindermotor ontwikkelde 72 pk. De wielbasis was iets ingekort tot 319 cm. Er werden toerwagens met vijf en zeven zitplaatsen, een roadster met twee zitplaatsen, een coupé met drie zitplaatsen en een sedan met vijf zitplaatsen aangeboden.
Climber Modellen