Frazer
Kaiser Motors was een Amerikaanse autofabrikant gevestigd in Willow Run, Michigan, Verenigde Staten. Kaiser Motors maakte deel uit van de Kaiser Industries-groep en bestond van 1946 tot 1963. De fabrikant stond van 1946 tot 1951 ook bekend als Kaiser-Frazer en van 1963 tot 1970 als Kaiser Jeep Corporation.
Op 9 augustus 1945 richtten Henry John Kaiser, een burgerlijk ingenieur en industrieel, en Joseph W. Frazer, directeur van de autofabrikant Graham-Paige in Nevada, de Kaiser-Frazer Corporation op . Het jaar daarop begon de autoproductie, eerst in een fabriek van Kaiser Industries in het westen van de Verenigde Staten. Eerst werden prototypes gemaakt van een automodel met voorwielaandrijving. Serieproductie vond echter niet plaats. Later werden alle activiteiten verplaatst naar Willow Run nabij Detroit. De modellen Kaiser K 100 Special en Kaiser K 101 Custom verschijnen in 1946, platte, grote, 4-deurs sedans met 6-cilinder motor en achterwielaandrijving. Frazer brengt zijn bijna identieke model in samenwerking met zijn werkgever op de markt als Frazer-Graham-Paige (ca. 6400 voertuigen) en ook gewoon als Frazer Sedan (30.000 voertuigen). De Frazer was iets duurder en beter uitgerust dan de Kaiser-modellen. In 1947 en 1948 werden meer dan 200.000 Kaiser- en Frazer- voertuigen geproduceerd.
In de jaren daarna werden varianten van de Kaiser K 100/K 101 gebouwd als 5-deurs stationwagon met hatchback, als 4-deurs cabriolet en als 2-deurs sedan. In 1949 verliet Joseph Frazer het bedrijf. Zijn voertuigen – altijd luxere versies van de Kaiser-auto’s van dezelfde constructie – werden tot 1951 door Kaiser gebouwd en daarna stopgezet.
In 1952 lanceerde Kaiser een compacte tweedeurs sedan, die hij op de markt bracht als de Henry J (zijn voornamen) en via het postorderbedrijf Sears-Roebuck als de Allstate.
In 1953 verergerden de financiële problemen van Kaiser Industries. De “Grote Drie” (GM, Ford en Chrysler) hadden een veelvoud van de ontwikkelingsfondsen tot hun beschikking en probeerden ook met prijsdumping de onafhankelijke autofabrikanten, zoals Kaiser, uit de markt te drukken. Om klanten een speciale aanbieding te doen – die de “Grote Drie” tot dan toe niet hadden kunnen bieden – kocht Kaiser de eveneens worstelende autofabrikant Willys-Overland in Toledo, Ohio, die naast de Willys Aero ook de Jeep SUV produceerde. Het nieuwe overkoepelende bedrijf heette Kaiser-Willys en omvatte naast Kaiser Motors ook het hernoemde bedrijf Willy’s Motor Company.
In 1954 werd met behulp van de ontwerper Howard “Dutch” Darrin een 2-deurs cabriolet gecreëerd, met als bijzonder kenmerk een kleine, waaiervormige radiatorgrille. De Kaiser Darrin was maar een jaar te koop. Er werden 435 exemplaren verkocht. De auto was later verkrijgbaar bij Howard Darrin – ook met een V8-motor.
In 1955 besloot Kaiser-Willys te stoppen met de productie van auto’s. De rechten voor de automodellen en ongeveer 1000 auto’s die in 1955 nog werden geproduceerd, werden verkocht aan de nieuw opgerichte Industrias Kaiser Argentina (IKA) in Argentinië, waar de Kaiser Manhattan tot 1961 werd geproduceerd als Kaiser Carabela. Daar zijn 10.282 exemplaren gemaakt. Kaiser-Willys concentreerde zich op het vervaardigen van de Jeeps.
In 1963 werd het bedrijf in Toledo omgedoopt tot Kaiser Jeep Corporation en in 1970 overgenomen door de American Motors Corporation.